Van zodra de temperaturen dalen en we ons beginnen kleden in dikke winterjassen en sjaals, is de kans groot dat ook de bijen liever niet meer buiten komen. Net zoals wij onze verwarming opzetten, onze zomerkleren inruilen voor iets warmers en liefst elke dag een hete kop soep drinken, hebben ook de bijen hun eigen gewoontes tijdens de koudere wintermaanden.
Van zodra de temperaturen dalen en we ons beginnen kleden in dikke winterjassen en sjaals, is de kans groot dat ook de bijen liever niet meer buiten komen. Net zoals wij onze verwarming opzetten, onze zomerkleren inruilen voor iets warmers en liefst elke dag een hete kop soep drinken, hebben ook de bijen hun eigen gewoontes tijdens de koudere wintermaanden.
Van zodra de temperatuur onder de 7 - 10°C zakt, gaan de bijen op tros zitten. Dat is eigenlijk niet meer dan een grote bol bijen, allemaal lekker dicht op elkaar rond het opgeslagen voedsel dat ze verzameld hebben gedurende de voorgaande maanden. Dat is meteen een van de eerste, en wellicht belangrijkste voorbereidingen voor de winter; het zoeken en opslaan van honing.
De bijen zijn het hele seizoen in de weer om nectar en stuifmeel te zoeken, zodat ze hun voorraad voor de winter kunnen aanleggen. Dat doen ze constant en eindeloos, totdat hun bijenkast tot de nok toe gevuld is. Alle raten worden zorgvuldig verzegeld zodat het overige vocht kan verdampen en de honing niet begint te gisten.
Niet alleen de raten worden dichtgemaakt; elk klein gaatje of spleetje in de bijenkast waar vocht of wind kan binnenkomen wordt met propolis dichtgemaakt. De kast wordt door de bijen volledig gepropoliseerd; de warmte in de kast tijdens de winter moet idealiter rond de 20-25°C graden blijven. Het verkrijgen van die warmte is niet zo evident als even de kachel aansteken bij ons; de bijen moeten de warmte zelf creëren door trillingen. Dat doen ze door hun vleugels te ontwrichten en hun vleugelspieren te gebruiken, zodat ze beginnen trillen. Als 5000 -10000 bijen dat tegelijk doen, ontstaat er genoeg wrijving om die temperatuur in de kast te bekomen.
TIP: Het is daarom dus heel belangrijk om tijdens de wintermaanden de bijenkast niet open te maken. Zo breek je namelijk de verzegeling, kan er koude en wind in de bijenkast en kan de temperatuur zodanig dalen dat de bijen het temperatuurverlies niet kunnen compenseren. En het opnieuw dichtmaken van de gaten is tijdens de winter helaas geen optie.
De tros bijen beweegt zich tijdens de winter langzaam heen en weer en volgt altijd het voedsel. De winterbijen doen het in tegenstelling tot de zomerbijen allemaal wat kalmer aan, maar leven daardoor ook veel langer. Het is altijd bang afwachten voor imkers om te zien of het volk de winter goed is doorgekomen. Gelukkig zijn er enkele momenten tijdens de koude in, dat de bijen toch hun hoofd even buiten steken. Van zodra de temperatuur boven de 10°C stijgt, vliegen de bijen massaal uit tot ongeveer 2 meter rond de bijenkast om reinigingsvluchten te doen.
Of de bijen de winter overleven, hangt dus voor een groot deel af van de honing die ze tijdens het jaar kunnen verzamelen. Maar ook van de imkers; zo moeten zij ervoor zorgen dat er genoeg honing in de kast overblijft voor de bijen, en dat ze niet gestoord worden tijdens de barre wintermaanden.